- vastnagelen
- {{vastnagelen}}{{/term}}1 [vastspijkeren] nail (down) ⇒ rivet2 [vastzetten] pin down♦voorbeelden:1 hij stond aan de grond vastgenageld • he stood riveted to the ground
Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels. 2015.
Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels. 2015.